Iran is bezig met een atoom programma en daarom verwachten velen een oorlog met deze fundamentalistische moslim staat. Maar is dit wel een correcte veronderstelling? Want is die oorlog niet al lang geleden begonnen? Dit boek van journalist Ronen Bergman geeft een mooi overzicht van de strijd die Iran voert tegen het Westen.
In de boektitel noemt schrijver Ronen Bergman het een ‘geheime oorlog’. Waarschijnlijk slaat dat ‘geheim’ vooral op het feit dat hij veel geheime Mossad operaties beschrijft. Maar het kan net zo goed slaan op het feit dat wij in het Westen de Iraanse stroom van terreur weigeren te erkennen als een daadwerkelijke oorlog.
Het boek geeft dan ook een uitgebreid overzicht van de Iraans, Israëlische en Amerikaanse inteligence geschiedenis in deze oorlog. Deze geschiedenis blijkt zeer divers: van de (her)uitvindinding van het zelfmoord terrorisme, de Israëlische (jawel!) wapenleveranties aan Iran, de contra affaire, de oorlogen in Libanon, de oprichting van Hizballah, de vele aanslagen van Iran in Europa tot het uitgebreide Iraanse atoom programma. Maar ook meer verassende zaken die door vele, door verkeerde Westerse vooronderstellingen over de Islamitische wereld, voor onmogelijk worden gehouden komen aan bod. Zo is daar de Iraanse steun voor vele soenitische organisaties. Want Iran traint, ondersteunt en financiert vele Soennitische strijdgroepen zoals Hammas en zelfs Al’Qeada. De kloof met dit soort groepen blijkt vele malen kleiner dan die met het Westen. Iets dergelijks geld overigens ook voor linkenstrijdgroepen die in het Westen actief zijn.
Volgens Bergman is Iran in haar strijd tegen het Westen opvallend succesvol. Het Westen blijkt tot nu toe geen afdoende antwoord te hebben om de strijd in haar voordeel te beslechten. Zo schrijft hij in een conclusie aan het eind van het boek het volgende:
"The intelligence failures of the United States and Israel vis-à-vis Iran and Hizballah are symptomatic of the decline of the intelligence communities in both countries. At least in the case of Israel, this decline reflects a larger trend: an increasing lack of confidence in the institutions of government, as well as a rise in cynicism, materialism, and opportunism, which have taken the place of national solidarity. As a result, there is much less readiness to serve in demanding, dangerous governmental positions." (P.381)
Na het gedetailleerde verslag van Iraanse operaties tegen het Westen lijkt deze conclusie de spijker op de kop te slaan. Wij hebben simpel weg niet meer het vertrouwen in ons eigen systeem om ons zelf met het benodigde geweld te kunnen en willen verdedigen tegen barbaarse vijanden als Iran.
Overigens wordt de strijd vooral in praktische termen beschreven en wordt de ideologische component van deze strijd eigenlijk grotendeels genegeerd. Dat wordt wellicht veroorzaakt door de redelijke linkse oriëntatie van de schrijver, die zo nu en dan duidelijk wordt. Maar dat laat onverlet dat het boek een interessant overzicht geeft van de strijd met Iran. Het boek is wat mij betreft dan ook zeker een aanrader voor iedereen die meer over de strijd tegen Iran wil weten.
Besproken boek
The secret war with Iran Ronen Bergman (translation by Ronnie Hope) Free Press, September 2008 ISBN 141655839X / 9781416558392 432 pagina's Prijs: amazon.com / fetchbook.info
De geboorte van de Verenigde Staten Joseph J. Ellis
De Verenigde Staten is het machtigste en in veel opzichten ook het meest succesvolste land ter wereld. Het is dan ook vreemd dat er in de Nederlandse taal zo weinig geschiedenisboeken zijn over het ontstaan van dit vooraanstaande land. Met de vertaling van “De Grondleggers” lijkt daarmee echter verandering te zijn gekomen. Het boek is indertijd in de Verenigde Staten zeer goed ontvangen en heeft ook prijzen gewonnen. De schrijver zelf is winnaar van de gerenomeerde Pulitzer prijs en het boek is ook de basis geweest voor de voortreffelijke History Channel documentaire Founding Brothers. Helaas kan niet hetzelfde over de Nederlands vertaling worden gezegd. Deze is verre van perfect en lijkt een nogal letterlijke vertaling uit het Engels te zijn. Wat mij betreft is het daardoor een onleesbaar boek geworden, je kan denk ik maar beter de Engelse versie proberen te lezen. Dat is erg jammer, want het Nederlandse taalgebied is maar een dorre woestijn wat betreft vertaalde Amerikaanse geschiedenis. Het beste alternatief voor dit boek is wellicht "Het eerste saluutschot" van Barbara Tuchman, alleen nog 2e hands te koop.
Besproken boek
De Grondleggers De geboorte van de Verenigde Staten Joseph J. Ellis vertaler: Jan Willem Heilijgers Elikser, februari 2008 ISBN 978-90-8954-008-9 / 9789089540089 0 pagina's Prijs: vergelijk.nl / beslist.nl
"De Grondleggers" gaat over de eerste circa vijftig jaar van de Verenigde Staten van Amerika als zelfstandige natie. Aanvankelijk was er niets wat leek op een Staat. Geen nationale politiek laat staan internationaal beleid, geen fiscale eenheid, geen nationale munt. Er bestond geen landelijk rechtssysteem, of jurisprudentie. Er was geen eenduidige hoofdstad en de Grondwet bleek multi-interpretabel te zijn. Er waren beginnende grote raciale spanningen, er was onduidelijkheid over waar grenzen ophielden of nieuwe ontstonden, er was geen coherent economisch beleid, er waren dertien min of meer onafhankelijke staten zonder een bepaalde vorm van gemeenschappelijkheid. De keuze voor het isolationisme versus een rol op het internationale schouwtoneel was toen al gemaakt. Het uiteindelijke succes van de republiek bleek een dubbeltje op zijn kant, zelfs soms een geval van louter toeval. De vergelijking met het Europa van vijftig jaar geleden en de ontwikkelingen daarna dringen zich op.
Anderen over dit boek
"De Grondleggers is een prachtig boek, een van de beste... over de Grondleggers, de Stichters, ooit geschreven. Ellis heeft zich gevestigd als de historicus bij uitstek van onze tijd daar waar het gaat over onze Grondleggers." - Gordon S. Wood (The New York Review of books)
"Intens en onvergetelijk... (een) voortdurende prestatie." - The Boston Globe
In de Reluctant Communist is te lezen hoe het dagelijksleven in de socialistische heilstaat van Noord Korea is. Dit alles van uit het unieke perspectief van een Amerikaan die daar terecht is gekomen. Nou ja terechtgekomen, het was gewoon zijn eigen schuld en dat schrijft hij ook in dit boek. Als Amerikaans beroeps militair was hij 40 jaar geleden gedeserteerd en vrijwillig de grens overgelopen. Dat deed hij, schrijft hij zelf, niet van uit speciaal communistische sympathieën, maar heel naïef en egoïstisch omdat hij niet wilde dienen in Vietnam. Hij had gedacht dat hij via de Russen na een paar maanden wel weer naar huis zou worden gestuurd. Maar wat een vergissing was dat!
In de afgelopen 40 jaar heeft hij dus de nodige ervaringen opgedaan in het socialistische ‘arbeiders paradijs’. Uit zijn beschrijvingen blijkt hoe armoedig het land is, zeker als je je bedenkt dat Jenkins voor Noord Koreaanse begrippen nog in redelijk luxe leefde omdat hij van zeker belang was voor het regiem.
Behalve armoedig blijkt het ook een uiterste bizarre plek om te leven. Zo moeten men er dagelijks ‘studeren’ om zich de vrome partij doctrines eigen te maken. En dan zijn er natuurlijk nog de dagelijks zelf kritiek sessies om een beter mens te worden. Het hele systeem blijkt zo zijn uitwerking te hebben op de mensen en hun menselijkheid. De onmenselijkheid van het systeem blijkt ook wel uit het ontvoeringsverhaal van zijn vrouw. Zijn vrouw werd ontvoerd van uit Japan terwijl ze met haar moeder naar huis liep. Daarmee zijn ze van de een op de andere dag gevangenen van de Noord Koreaanse staat (Van haar moeder is overigens na de ontvoering nooit meer iets vernomen). In Japan wist men echter niets van de Koreaanse actie, daar was het gewoon een vermissing als elk ander. Maar waarom deze mensen roof? Volgens Jenkins heeft deze ook in andere landen plaatsgevonden, maar waarom wordt eigenlijk niet zo duidelijk. Het lijkt er op dat het onmenselijke systeem voor dit soort daden geen acute of belangrijke doelen nodig had. Het was blijkbaar gewoon een manier om aan Japanse tolken e.d. te komen. De kinderen van deze geroofde mensen konden weer opgeleid worden tot spionen voor het regiem. Wat eigenlijk nog vreemder is, is dat de andere landen er nooit een grote zaak van gemaakt hebben. Want hoewel er zeker ook andere nationaliteiten geroofd zijn, is het tot nu toe alleen Japan die zich hard maakt om haar geroofde inwoners terug te krijgen...
Maar de mensen roof is niet waar dit boek in hoofdzaak over gaat. Het is eerst en vooral een levens beschrijving van een eenvoudige Amerikaan die in Noord Korea heeft geleefd. Het gaat over zijn persoonlijke leven, hoe hij daar werkte en daar met zijn daar gevormde gezin leefde. Ook verteld hij over de andere Amerikaanse deserteurs. Waarvan een van hen, James Joseph Dresnok, ook te zien is in de BBC film “Crossing The Line”. Een film die overigens een goede aanvulling op het verhaal in dit boek is. Volgens Jenkins was deze Dresnok nog al erg ontvankelijk voor de Noord Koreaanse omkopingstactieken en werd hij regelmatig in opdracht van hen, met zichtbaar plezier, door de enorme Dresnok afgetuigd.
De Amerikaanse deserteurs waren niet de beste en de slimste soldaten. Jenkins zelf heeft nooit veel scholing gehad en lijkt ook niet een al te intelligent persoon. Maar omdat Times reporter Jim Frederick het boek heeft geschreven is het een vlot en leesbaar boek geworden. De eenvoudige ongecompliceerde beschrijvingen van Jenkins van het armoedige, corrupte en benauwde leven in Noord Korea geven het boek een enorme kracht. Het is een verhaal geworden over het leven in een heil staat waarbij, elk voor ons normaal besef van normen, waarden en menselijk lijken te zijn vernietigd.
Het is boek dat je niet kunt wegleggen. Een aanrader!
Besproken boek
The Reluctant Communist My Desertion, Court-Martial, and Forty-Year Imprisonment in North Korea Charles Robert Jenkins University of California Press, 25 Maart 2008 ISBN 978-0520253339 232 pagina's Prijs: fetchbook.info / bookdepository.co.uk / amazon.com
Anderen over dit boek
“In January, 1965, Jenkins was a U.S. Army sergeant stationed in South Korea. Sure that he was about to be sent to Vietnam, he drank ten beers, abandoned his patrol, and crossed into North Korea. He spent the next four decades in a country that had become "a giant, demented prison," until the Japanese government secured his release, along with that of his Japanese wife, who had been abducted by the North Koreans. Jenkins’s book is oddly compelling. The blank ordinariness of his character brings out the moral and physical ugliness of life in North Korea, where soldiers steal and beg for food; a dog digs up a fresh mass grave (and the next day all the dogs in the neighborhood are shot); and Jenkins awakens to the bleak, deadening realization that his two daughters are being groomed as spies. "I would always tell them, ‘we are not in the real world. This is not the real world,’" Jenkins writes of his daughters. "But they didn’t believe me." ” - The New Yorker
“This story by Robert Jenkins of his four decades in North Korea represents a rare opportunity to view life in one of the most reclusive societies in the world, offering unprecedented insights for both specialists and the general reader.” - Robert Scalapino, University of California, Berkeley
“This is an incredible story of betrayal, love and the search for redemption. Robert Jenkins is a modern-day Robinson Crusoe, isolated from the outside world, and relying on his wits to survive in a nightmarish parody of a nation where nothing is as it seems. Living in constant fear and violence, Jenkins efforts to grow food, dig a well, heat his home, generate electricity and to find companionship, trust and ultimately love, lend this rough and ready narrative an unexpected depth. Set within the bizarre and Orwellian surroundings of North Korea during the late 20th century, Jenkins's account is like no other I've ever read."” - Jasper Becker, author of Rogue Regime: The Continuing Threat of North Korea
“Charles Jenkins' memoir is a genuinely unique account of the only American ever to live in North Korea for most of his life and return to write about it. Part biography, part eyewitness testimony, part apology, this book takes Mr. Jenkins from a childhood in the segregated South to a U.S. Army ruling the roost in South Korea in the 1950s, to a North Korea that saw him as a real-life Martian, but a valuable one for use in Cold War propaganda.” - Bruce Cummings, Chairman of the History Department at the University of Chicago
“It is one of the most important documents to come out of North Korea ever” - Gabriel Schoenfeld (Commentary Magazine)
Dit boek informeert ons over Islam en afvalligheid. Tot op de dag van vandaag is dit binnen de Islam een gevoelig en vooral gevaarlijk onderwerp. Als een moslim een andere (ex)moslim beschuldigt van geloofsafval, kan dit maar het best begrepen worden als een bedreiging met de dood. Vandaar dat schrijver Ibn Warraq, zelf afkomstig uit Pakistan, dan ook schrijft onder pseudoniem.
In het eerste deel van het boek wordt een overzicht gegeven hoe in de belangrijke Islamitische stromingen wordt gedacht over geloofsafval. Ook lezen we de vele persoonlijke verhalen van Islamitische afvalligen. Heel deel II gaat over getuigenissen op de ISIS website. En in deel III uitgebreide persoonlijke verhalen van geboren Moslims die van hun geloof zijn afgevallen. In de inleiding door Ibn Warraq wordt een tekst aangehaald waarin de Islamitische ideologie wordt vergeleken met de communistische ideologie:
Onder de religies moet bolsjewisme [communisme] eerder samen met het mohammedanisme worden beschouwd dan met christendom of boeddhisme. Christendom en boeddhisme zijn in eerste plaats persoonlijke religies, met mystieke doctrines en liefde voor beschouwelijkheid. Mohammedanisme en bolsjewisme zijn praktisch, sociaal, niet-spiritueel en gericht op het winnen van een wereldimperium. (P. 102)
In een ander hoofstuk doet een andere bekende afvallige, de Iraanse Ali Sistani, oprichter van faithfreedom.org zijn verhaal. Ook hij maakt duidelijk onderscheid tussen de doctrine en haar slachtoffers:
De meeste moslims zijn zeer goede mensen. Het zijn vriendelijke, vrijgevige, zorgzame, gastvrije, fantastische mensen. De islam is wat er mis is. Moslims die slechte dingen doen, zijn degenen die de islam volgen. De islam wekt het misdadige instinct van de mensen op. Hoe islamistischer iemand is, des te bloeddorstiger, haatdragende en robotachtiger hij of zij wordt. (P. 115)
De verhalen van de geboren afvalligen komen uit allerlei landen en Islamitische stromingen (Iran, Pakistan, Bangladesh, Tunesië, India, Marokko, Turkije, enz.). Westerse bekeerlingen uit de Verenigde Staten doen hun verhaal in deel IV van het boek.
In het laatste deel van het boek lezen we over afvalligen in een historisch en literair perspectief. Waarbij omgemerkt kan worden dat deze afvalligen bijna allemaal een gewelddadige dood zijn gestorven. Dat is dan ook geheel conform aan de officiële leer van de Islam. In het laatste hoofstuk kom Ali Datshi aan het wordt die schreef bijvoorbeeld dat de Koran:
niets nieuws bevat in de zin van ideeën die niet reeds door anderen zijn geuit. Alle morele voorschriften van de Koran spreken vanzelf en zijn algemeen erkend. De verhalen in het boek zijn identieke of licht gewijzigde vorm overgenomen uit de joodse en christelijke overlevering, Mohammed heeft hun rabbi’s en monniken ontmoet en geraadpleegd op zijn reizen naar Syrië, en uit herinnering die door de afstammelingen van Aad en Thamoed zijn bewaard. (...) Echter, op het gebied van de morele leer kan de Koran niet als wonderbaarlijk worden beschouwd. Mohammed herhaalde principes die de mensheid al in eerdere eeuwen en op vele andere plaatsen had bedacht. Confucius, Boeddha, Zoroaster, Socrates, Mozes en Jesus hebben vergelijkbare dingen gezegd. (...) Veel plichten en ritten van de islam zijn voortzettingen van praktijken die de heidense Arabieren hadden overgenomen van de joden. (P.440)
Ook deze schrijver stierf een gewelddadige dood, op 83 jarige leeftijd werd hij doodgemarteld in een Iraanse gevangenis van Khomeini.
Mag dit boek maar veel steun geven aan mensen die inmiddels worstelen met hun islamitische verleden!
Besproken boek
Weg uit de islam getuigenissen van afvalligen Ibn Warraq Meulenhoff, juni 2008 ISBN 9789029081535 (978 90 2908 153 5) 557 pagina's Prijs: vergelijk.nl / beslist.nl
Vertaald door: Bernadette de Wit (voormalig columniste op 'de gezonde roker' van Theo van Gogh).
Met voorwoord van Afshin Ellian.
Oorspronkelijke uitgave: Leaving Islam. Apostates Speak Out Ibn Warraq Prometheus Books, May 2003 ISBN 978-1591020684 Sample chapters kunnen hier (pdf) gedownload worden.
Zie ook Ibn Warraq zijn meest bekende boek: "Why I am not a Muslim" (helaas nog niet vertaald in het Nederlands).
Anderen over dit boek
“...probably the first book of its kind...testimonies from former Muslims about their estrangement from the Islamic faith.” - New York Review of Books, April 29, 2004
“Leaving Islam's stories make eye-opening reading.” - Boston Globe
“Ibn Warraq is a courageous writer on Islam and a passionate defender of reason who continues to struggle on behalf of reason with a culture that seems to be at odds with reason. In this respect, his work, as in the preparation of this edited volume, is an indispensable tool for Muslims themselves so they can wage their struggle for enlightenment and reform of their faith tradition.” - Middle East Quarterly
Het nieuwste boek van Arabist Hans Jansen was aangekondig als "Zelf Koran lezen". En zo stond het tot voor kort ook nog steeds op Hans Jansen zijn eigen home page. Je zou dus, zoals ik, kunnen denken dat Jansen uitgeverij Arbeiderspers heeft ingeruild voor het kleinere Praag en de titel toen ook maar heeft veranderd van "zelf Koran lezen" naar "Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten". Maar niets is minder waar, het boek "zelf Koran lezen" komt er ook nog aan! Het boek "Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten" is gewoon een tussen doortje. In de krant verscheen een voorproefje van het boek:
Arabist Hans Jansen haalt uit naar het kabinet-Balkenende, dat getracht heeft Geert Wilders af te houden van de vertoning van 'Fitna', zijn anti-Koranfilm. "Leden van het kabinet zijn kennelijk bereid geweest zich wat binnenlandse aangelegenheden betreft te schikken naar de wensen van een vage groep moslims. Dat wordt wel eens omschreven als dhimmitude - het op serviele wijze vooruitlopen op wat eventuele moslimse gezaghebbers maar zouden kunnen bedenken, willen, begeren of verzinnen."
Hij sprak al eerder van 'capitulatie' en neemt nu ook op andere fronten stelling in zijn boek Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten. De titel is afgeleid van de benamingen die de Koran gebruikt voor ongelovigen en Joden.
Jansen, bijzonder hoogleraar voor het hedendaags islamitisch denken aan de Universiteit Utrecht, hekelt in het boek de 'multiculti's' van de PvdA: "Deze multiculti's zijn in moslimse ogen stuurloze sukkels, eerder deerniswekkende onnozelaars dan serieuze gesprekspartners."
En hij denkt dat Nederland heel geschikt is als proeftuin voor de plannen van Osama bin Ladens geestverwanten. Jansen, deze week in een toelichting: "Nederland is een dichtbevolkt land, de politieagenten zijn aardig en er zijn heel veel bange mensen."
Aan de hand van een selectie uit het vandaag te verschijnen boek, laat Jansen in deze voorpublicatie zijn licht schijnen over een aantal prangende onderwerpen.
Wat betekent fitna? Letterlijk 'beproeving', 'verzoeking', 'bekoring'. De standvastigheid van het geloof van een moslim wordt beproefd door het ongeloof van de nietmoslims. Dit ongeloof moet dan bestreden worden.
Ook het moeten zien van vrouwen die niet fatsoenlijk volgens de regels van de islam gekleed zijn, is fitna. De Laatste Dag wordt voorafgegaan door allerlei beproevingen, die ook fitna genoemd worden. Ook burgeroorlog en maatschappelijke wanorde worden fitna genoemd.
Wat betekent sharia? De islamitische wet. Zoals er een wet van Mozes is, werd het systeem van wet- en regelgeving dat wij nu de sharia noemen, vroeger wel aangeduid als de Mohammedaanse wet.
In hoeverre worden islamitische regimes in verlegenheid gebracht als in een film gruweldaden, gepleegd uit naam van de sharia, op een rijtje zijn gezet? Alle regeringen over de hele wereld willen door buitenstaanders graag voor modern en efficiënt aangezien worden. Gezeur over toepassing van de sharia kan dat beeld van modernheid lelijk doorkruisen. Enige ontstemming bij zulke regeringen is niet geheel ondenkbaar...
Waarom is het een moslim verboden om afbeeldingen te maken van Mohammed? Waarom moeten ook niet-moslims zich hieraan houden? Het verbod vindt zijn oorsprong in de instructie geen levende mensen af te beelden en in een tot grote hoogte opgestuwd respect voor de bijzondere positie van Mohammed. Niet-moslims die Mohammed bespotten, het is al vele malen gezegd en uitgelegd, of dat nu gebeurt door het tekenen van een plaatje of door het houden van een praatje, dienen voorbeeldig gestraft te worden.
Welke straffen kent de islam voor het beledigen van Mohammed? Op het beledigen van Mohammed stelt de sharia in principe de doodstraf. Een moslim die Mohammed beledigt, heeft daarmee impliciet uittreding uit de islam gepleegd, en verdient dus zeker de doodstraf.
Wat betekent jihad? De strijd tegen het ongeloof en het kwaad. In de praktijk: de expansie van het gezag van de islam door middel van geweld. Tot het ontzet van Wenen in 1683 was het voeren van gewelddadige jihad strikt een overheidstaak. Sinds 11 september 2001 weten we dat jihad de laatste tijd niet door overheden maar door particulier initiatief gevoerd wordt.
Wie zijn de leiders van de gelovigen? Het religieuze gezag over de moslims wordt uitgeoefend door functionarissen die in het Arabisch ulama genoemd worden. De ulama zijn in de islamitische wereld de geleerden bij uitstek. Zij zijn onderlegd in de islamitische wetenschappen, vooral de islamitische wet, de sharia. Een moefti is iemand die desgevraagd een fatwa geeft.
Wie wil weten wat het oordeel van de islam over een bepaalde kwestie is, kan dat aan een moefti gaan vragen. Fatwa betekent 'antwoord', niet 'doodvonnis'. Maar een fatwa over iemand die ervan wordt beschuldigd dat hij Mohammed heeft beledigd of die ervan wordt beticht de islam te hebben verlaten, komt in de praktijk wel degelijk neer op een doodvonnis.
Hoeveel procent van de moslims in Nederland beschouwt het geweld van de zichzelf moslimstrijders noemende terroristen (AlQaeda enzovoort) als strijdig met de wetten zoals de Koran die voorschrijft? Dat percentage kon wel eens niet zo hoog zijn. Veel moslims billijken het gebruik van geweld, omdat volgens hen Amerika en Israël ook buitensporig geweld gebruiken tegen de moslims. De discussie hierover vervalt al snel in welles-nietes.
De chronologie nog eens bekijken kan soms helpen. Begin jaren negentig startte de ellende met de invasie van Irak in Koeweit. Begin eenentwintigste eeuw startte de ellende met de aanval op het World Trade Center op 11 september 2001.
Hoeveel procent van de moslims in Nederland is bereid Bin Laden te betitelen als een dwaas, een gevaarlijke godsdienstwaanzinnige en daarmee allesbehalve een goed moslim? Bin Laden wordt door moslims meestal niet als een dwaas gezien, maar als een superactivist die de uiterste consequentie trekt van de islamitische regels ten aanzien van de strijd tegen de ongelovigen.
In hoeverre hebben types als Bin Laden plannen voor en gedachten over het kleine Nederland? De geestverwanten van Bin Laden hebben plannen voor de hele wereld, vooral voor het arrogante Westen. Nederland maakt daar deel van uit, en is als proeftuin heel geschikt.
Anderzijds zullen heel wat beroepsmoslims en imams in de islamitische wereld met welbehagen vaststellen dat zo'n compilatie nog eens onder de aandacht brengt wat de ware voorschriften van de islam zijn, en hoezeer die in de Koran hun grond vinden.
Wat is de Koran? Volgens de islam is de Koran het woord van God, doorgegeven aan zijn Profeet Mohammed (570-632). De Koran telt 114 hoofdstukken, die 'soera' worden genoemd. Moslims geloven dat sommige soera's in de stad Mekka aan Mohammed geopenbaard zijn, in de jaren 610-622, andere in de landbouwoase Medina, in de jaren 622-632.
De Koran bevat meer algemene opdrachten en minder verhalen dan de Bijbel. Het zijn de algemene opdrachten van de Koran die tot problemen met de rest van de wereld leiden. Te denken valt bijvoorbeeld aan het zogenoemde zwaardvers, soera 9:5, waar we lezen: 'Doodt de ongelovigen waar ge ze maar vindt.'
Welke passages in de Koran zijn volgens mensen zoals Wilders, die de islam fel bekritiseren, bedreigend voor de westerse rechtsorde? Zo goed als alle Koranpassages waarin niet-moslims bedreigd worden (en dat zijn er veel), kunnen door wie dat wil ook als antiwesters worden opgevat.
Zo is elke oproep tot toepassing van de sharia een openlijke aanmoediging tot het plegen van acties die in strijd zijn met de Nederlandse wet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Dat buitenstaanders dat niet beseffen is natuurlijk sneu voor ze, maar daar is weinig aan te doen. De sharia roept op tot lijfstraffen en de doodstraf, ook voor religieuze vergrijpen - de meeste Nederlanders weten niet eens meer wat dat zijn. De sharia beperkt de godsdienstvrijheid, ondermijnt de positie van vrouwen, en vernedert wie geen moslim is.
Hoe belangrijk is het voor een moslim dat een exemplaar van de Koran met respect wordt behandeld? De islamitische theologie leert dat de Koran het woord van God is. Het woord van God maakt deel uit van God. De eigenschappen van God zijn dus ook van toepassing op zijn woord. Wanneer God eeuwig is, is zijn woord dat ook.
In het systeem van de islam representeert een gedrukte of handgeschreven Koran het woord van God. Wie het papier waar zo'n Koran op gedrukt of geschreven is bevuilt, verscheurt of verbrandt, probeert God zelf te bevuilen, verscheuren of verbranden. Uiteraard kunnen de vromen zo'n aanval op hun God niet op zich laten zitten.
De Koran predikt vrede. Waar of niet waar? Ja, maar die vrede komt er pas nadat iedereen zich aan de islam heeft onderworpen. Dán zal er vrede zijn. Tot het zover is, moeten het kwaad en het ongeloof worden bestreden, waar ook ter wereld.
Voor welke moslims, waar ook ter wereld, is Bin Laden een held? Voor iedere moslim die vindt dat de vernedering van de Verenigde Staten op 11 september 2001 het verdiende loon was van deze arrogante supermacht. Er lopen trouwens heel wat multiculti’s rond die geen moslim, maar wel anti-Amerikaans zijn, en het hier eigenlijk hartgrondig mee eens zijn.
Hans Jansen bij P&W (17-3-2008)
(Deel 1)
(Deel 2)
Interview ND In het Nederlands Dagblad verscheen een kort interview met Hans Jansen naar aanleiding van zijn nieuwe boek. Hier een aardige passage:
Naast Arabische woorden als halal en sharia staat u uitgebreid stil bij het begrip 'dhimmi'. Wat is dat?
"Moslims delen de mensheid in drie groepen: moslims, niet-moslims en dhimmi. Dat zijn joden of christenen die de superioriteit van de islam erkennen en vooruitlopen op de wensen daarvan. Een mooi voorbeeld is de dominee die na de dood van Theo van Gogh stamppot zonder spekjes maakte, zodat hij moslims geen aanstoot gaf, zonder dat iemand hem daarom gevraagd had. Het loon van de dhimmi is dat de moslims geen jihad tegen hem zullen voeren. Maar als hij stout is krijgt hij wel vreselijk op zijn kop. Dan wordt hij als slaaf verkocht of onthoofd."
Zijn wij in Nederland 'dhimmi'?
"Niet allemaal, maar het CDA zou niets liever willen. Onbegrijpelijk. Zouden ze niet één stagiair op dat partijbureau hebben die even opzoekt hoe het met de kerk onder de islam is afgelopen?"
Andere boeken van Hans Jansen: Hans Jansen, Mohammed: Eine Biographie (2008) beck-shop.de De Historische Mohammed, De verhalen uit Medina (2007) De Historische Mohammed, De Mekkaanse verhalen (2005) Islam, een hoorcollege over de Islamitische godsdienst en cultuur (2005) God heeft gezegd: terreur, tolerantie en de onvoltooide modernisering van de islam (2003) Het Nut van God (2001) Nieuwe inleiding tot de islam (1998) The Dual Nature of Islamic Fundamentalism (1997) De Koran uit het Arabisch Vertaald door Prof. dr. J.H. Kramers (1992) The Neglected Duty: The Creed of Sadat's Assassins and Islamic Resurgence in the Middle East (1986) The Interpretation of the Koran in Modern Egypt (1974)
de geheime banden tussen Europa en de Arabische wereld Bat Ye’or
In September 2007 verscheen bij uitgeverij Meulenhoff de vertaling van het bekende boek Eurabia. Het is een belangrijk boek dat elke Europeaan eigenlijk gelezen zou moeten hebben. Hier volgt het voorwoord van de Nederlandse vertaling zoals dat door de bekende Nederlandse Arabist Hans Jansen voor het boek is geschreven:
Dit boek is eigenlijk geen boek maar een dossier. Het is een dossier dat iets ongeloofwaardigs wil aantonen, en van de lezer verwacht dat hij bereid is de rol van jurylid te vervullen. Er is in dit dossier namelijk sprake van een ernstige beschuldiging: Europa zou stelselmatig en mogelijks zelfs welbewust ontdaan worden van haar eigen identiteit.
Europa, vreest Bat Ye’or, is aan het veranderen in een werelddeel dat beter Eurabië dan Europa genoemd zou kunnen worden, vanwege de diepgaande en groeiende invloed die de normen en waarden van de Arabisch-islamitische wereld er uitoefenen. Deze transformatie, meent zij, gaat ten koste van de traditionele Westerse normen en waarden van openheid, waarheidsliefde, gelijkberechtigdheid van een ieder, secularisme, vrijheidszin, vrijheid van godsdienst en meningsuiting, mensenrechten, en natuurlijk vooral de scheiding van kerk en staat dan wel godsdienst en politiek.
Bat Ye’or beschuldigt Europese leiders ervan samen met hun Arabische collega’s een Eurabia-ideologie geschapen te hebben die Europa welbewust kleineert en ‘culpabiliseert’, dat wil zeggen: ‘in het beklaagdenbankje plaatst’, een typische Bat Ye’or term. Tegelijkertijd gaat deze ideologie voorbij aan de goedgedocumenteerde schendingen van de mensenrechten die eeuwenlang in de islamitische landen plaats hebben gehad, vooral ten opzichte van niet-moslims, slaven en vrouwen.
De Eurabia-ideologie stelt daar een onwetenschappelijke onhistorische idyllische fantasie tegenover waarin joden, christenen, slaven, en vrouwen, uiteraard onder islamitisch oppergezag, er eeuwenlang beter aan toe geweest zouden zijn dan in het christelijke Europa ooit mogelijk geweest zou zijn. Met name de geschiedenis van Andalusië, het deel van Spanje dat door de Arabieren veroverd is en dat een aantal eeuwen onder Arabisch oppergezag heeft gestaan, is regelmatig het slachtoffer van verdraaiing in Eurabische zin. De wetenschaps125%geschiedenis is evenmin veilig voor de aanhangers van deze ideologie, die ten onrechte allerlei wetenschappelijke prestaties en interesses aan de Arabieren toeschrijft, ongeveer zoals vroeger in de Sovjet-Unie geleerd werd dat ook het wiel een Sovjet-uitvinding was.
Ook beijvert deze ideologie zich er voor de kruistochten moreel gelijk te stellen met de islamitische plicht tot jihad. Dit laatste grenst haast aan het ongelofelijke voor wie naar de feiten heeft gekeken. De kruistochten hebben zich gericht op één provincie van het Midden-Oosten, de jihad richt zich op de gehele wereld. Toen de eerste kruistocht ondernomen werd, hadden de moslims al eeuwenlang jihad gevoerd tegen de volkeren van zowel Europa, Azië als Afrika. De laatste kruisvaarder is bovendien al eeuwen geleden ter aarde besteld, maar jihadisten zijn er tot op de dag van vandaag nog steeds in overvloed.
Het van oorsprong judeo-christelijke Europa is ooit onderdeel van het Romeinse rijk geweest. Het is de bakermat en het bolwerk van de Verlichting. Europa is het werelddeel waar de moderne wetenschap uitgevonden en tot bloei is gekomen. Dat (in principe) zo tolerante en vrijheidslievende Europa dreigt haar culturele erfenis te verkwanselen, stelt Bat Ye’or, in een sluipend proces van aanpassingen aan de Arabische en de Islamitische wereld. Dat is niet goed, en dat zal nog tot veel moeilijkheden leiden. Want hoe je jet ook keert of wendt, de Arabisch-Islamitische wereld is niet vrijheidslievend en niet tolerant, zelfs niet in principe.
Dit door Bat Ye’or beschreven proces van aanpassing en opschuiving onttrekt zich aan democratische controle. Europese politici en beleidsmakers hebben nooit aan de kiezers de vraag voorgelegd of al die Europese samenwerkingsverbanden met de Arabische wereld wel of niet de zegen van het electoraat of het parlement hebben. Over de beloften die in die samenwerkingsverbanden worden gedaan, en de afspraken die daar gemaakt worden, bijvoorbeeld over migratie en cultuur, hoeven Europese politici zich niet te verantwoorden. Het gaat immers, wordt wel betoogd, slechts om diplomatieke frasen zonder veel inhoud, frasen die uitsluitend geuit worden om de prettige sfeer niet te verstoren die nu eenmaal onlosmakelijk verbonden is aan internationaal overleg op hoog niveau. Al die Euro-Arabische communiqués willen alleen maar de goede wil van alle betrokkenen onderstrepen, en goede wil is nog geen beleid. Was het maar zo.
De politici en beleidsmakers uit het Midden-Oosten hoeven zich over de gemaakte afspraken en de gedane beloften al helemaal niet tegenover kiezers te verantwoorden, want de regeringen in de Arabisch-islamitische wereld zijn niet onderworpen aan de beoordeling door een electoraat. Zij hebben de macht omdat zij de macht hebben. De Arabische landen zijn dan ook dictaturen waar de vrijheid soms wat groter maar ook wel eens wat kleiner is dan in de voormalige Sovjet-Unie.
Maar zelfs als de regiems die in de Arabische wereld aan de macht zijn de vrijheid en de vrijheden soms tijdelijk wat groter laten zijn, is de bestaanszekerheid er vermoedelijk kleiner dan in de vroegere Sovjet-Unie het geval was. De economie en de politiek zijn in de Arabische wereld zo ingericht dat niemand zijn leven zeker is, willekeur van politiediensten en de overheid is een dagelijks verschijnsel. De bevolkingen van deze landen stemmen dan ook in groten getale met hun voeten, en willen naar het Westen trekken.
Waarom eigenlijk slaan vertegenwoordigers van democratische landen in Europa aan het samenwerken met vertegenwoordigers van zulke staten? En met de vertegenwoordigers van de internationale organisaties die door zulke staten in het leven worden geroepen? Zijn de meeste Arabische landen nog wel echte staten? Zijn het vaak niet staten geweest waar het gezag en de macht inmiddels gekaapt zijn door een heersersclan, en waar de bevolking politiek geheel buiten spel is gezet? Het is duidelijk dat de normale internationale samenwerking door moet gaan ook als de regering van een land bezig is te vervallen tot een half-achterlijke dictatuur. Maar het is raar om wanneer een land in zo’n proces aan het wegzinken is, of al op de bodem is terecht gekomen, toch allerlei grootse gezamenlijke plannen op touw te zetten. Zulke plannen stuiten het wegzakken beslist niet, en wanneer ze gerealiseerd dreigen te worden, is er een bindende afspraak met een achterlijk en dictatoriaal regiem tot stand gekomen.
Wat Bat Ye’or in dit boek over de transformatie van Europa wil aantonen is zo ernstig en zo bizar dat ook zij zelf het af en toe haast niet lijkt te kunnen geloven. Maar de aanwijzingen, zie het door haar samengestelde dossier, zijn zo sterk dat het niet verantwoord is de hele zaak met een schouderophalen af te doen.
De Eurabië-ideologie heeft ook nu al invloed op cultuur en wetenschap. Die zijn niet altijd even belangrijk, maar soms wel hoogst amusant. Eén voorbeeld uit vele. Een Utrechtse hoogleraar aan de Theologische faculteit, Dr Karel Steenbrink, heeft tijdens zijn oratie in 2005 in volle ernst betoogd dat de Koran (een document uit op zijn vroegst de zevende eeuw van onze jaartelling) een ‘correctief’ vormt op de vier evangeliën van het Nieuwe Testament (documenten uit de eerste twee eeuwen van onze jaartelling). Als bron over Jezus achtte de nieuwe professor de Koran betrouwbaarder. Dat roept beslist vragen op. Betrouwbaarder in welke zin? Als historische bron? Als theologische leidraad? Hoe het ook zij, zonder veel omhaal verving Dr Steenbrink in zijn oratie heel kordaat de joodse Jezus door een islamitische Jezus. Het is ook tegen zulke soms eigenlijk wel komische culturele capitulatie voor de islam dat Bat Ye’or verzet aantekent.
Een ding is duidelijk. Wanneer het bij zulke ongevraagde religieuze kniebuigingen voor de islam bleef, zou het allemaal (behalve voor christenen) niet zo ernstig zijn. Maar de Eurabië-ideologie strekt zich, zoals dit door Bat Ye’or samengestelde dossier laat zien, ook uit over allerlei sociale en economische kwesties. Het beïnvloedt de Europese politiek ten opzichte van Amerika en ten opzichte van Israël op een oneigenlijke manier, en is uiteraard ook van diepgaande invloed op de regelingen die er getroffen worden rond migratie uit de Arabisch-islamitische wereld naar Europa. Daar hebben politici wel alles mee te maken. Daar zijn politici wél verantwoordelijk voor. Lees en oordeel.
De visies, of eigenlijk nachtmerries, van Bat Ye’or zijn uiteraard niet onomstreden. Er zijn serieuze gezaghebbende waarnemers en commentatoren die het niet met haar eens zijn. Een van de welsprekendste tegenstemmen is de Amerikaanse commentator Ralph Peters, een weinig sentimentele militair. Hij is eigenlijk de volstrekt tegenovergestelde mening toegedaan. Europa wordt volgens hem niet bedreigd door Eurabië, maar de moslimse minderheden in Europa leven volgens hem in geleende tijd. Dit omdat de Europeanen naar het oordeel van Ralph Peters ‘tot genocide geneigde maniakken’ zijn, die met ‘verbijsterende hardheid’ zullen terugslaan wanneer ze zich inderdaad door hun moslimse immigranten bedreigd zullen gaan voelen.
Ralph Peters verwijt de Europeanen dat zij verwend en lui zijn, en niet bereid, of bij machte, om migranten te accepteren en te absorberen. Hij voorspelt dat er een moment zal komen dat Amerikaanse schepen ‘in Bremen, Bari en Brest’ de moslimse vluchtelingen uit Europa zullen moeten komen ophalen. Ook dat is geen toekomstperspectief dat vrolijk stemt. Maar geen enkele criticus van Bat Ye’or bestrijdt dat de stroom van feiten die zij heeft aangedragen in principe juist is. Er is uitsluitend meningsverschil mogelijk over de interpretatie van het belang van de gebeurtenissen, de memoranda en de verklaringen, en over het toekomstperspectief dat deze driftige diplomatieke Euro-Arabische bedrijvigheid oproept.
Tegenover geluiden als die van Ralph Peters staat brede bijval van waarnemers, journalisten en historici die recht van spreken hebben. Dr. Salim Mansur, een Canadees academicus met een islamitische achtergrond, noemt Bat Ye’or een moderne Cassandra, naar de mythologische prinses uit Troje die de gave had voorspellingen te doen die uitkwamen. Alleen, de goden hadden Cassandra er toe veroordeeld om niet geloofd te worden. De historicus Sir Martin Gilbert, vooral bekend van zijn Churchill-biografie, behoort tot de bewonderaars van Bat Ye’or, evenals de Italiaanse journaliste en schrijfster Oriana Fallaci. Maar hoe gezaghebbend voor- of tegenstanders ook zijn, oordeel zelf.
De vreemde naam ‘Bat Ye’or’ is uiteraard een pseudoniem. Het is opvallend dat geleerden die zelf uit het Midden-Oosten afkomstig zijn vaak onder een pseudoniem schrijven wanneer ze het hebben over zaken die de islam raken. Twee van de meest bekende ‘oosterlingen’ die kritisch over de islam schrijven, doen dat net als Bat Ye’or ook niet onder hun eigen naam: Ibn Warraq en Christoph Luxenberg.
Ook Bat Ye’or komt uit het Midden-Oosten. Ze is opgevoed in het cosmopolitische Franstalige milieu van het Cairo zoals dat tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog bestaan heeft, waar Armeniërs, Grieken, joden, Italianen, Libanezen, en verder iedereen die goed Frans sprak welkom was. Haar schrijversnaam is Hebreeuws: Bat betekent ‘dochter’, en Ye’or ‘Nijl’. Bat Ye’or is inderdaad een ‘dochter van de Nijl’, geboren en getogen op het eiland Zamalek, een eilandje in de Nijl, ooit een door de Britse machthebbers aangelegde groene buitenwijk van Cairo, ten westen van het centrum. In 1957 is ze als zo velen Egypte uitgezet.
In 1986 heeft Bat Ye’or vriend en vijand verrast met haar boek The Dhimmi: Jews and Christians under Islam. Het Arabische woord dhimmi is de aanduiding voor een christen of jood die het oppergezag van de islam erkend heeft. Tegen de toenmalige gangbare meningen in laat Bat Ye’or in dit boek zien dat de dhimmi’s het door de eeuwen heen onder het bestuur van de islamitische overheden beslist niet makkelijk hebben gehad. De invloed van dit boek is groot geweest. Voordien werden de meest idyllische voorstellingen van hoe harmonieus moslims, joden en christenen onder de islam geleefd zouden hebben, zo goed als kritiekloos geaccepteerd. Na de verschijning van dit boek zijn steeds meer geleerden gaan beseffen dat deze idyllische voorstelling van zaken propaganda was die als geschiedschrijving werd vermomd.
Sinds 1983 gebruikt Bat Ye’or het woord ‘dhimmitude’ als benaming voor de houding van verinnerlijkte onderwerping aan de islamitische superioriteit die van een dhimmi verwacht wordt, zie www.dhimmitude.org. Het woord is inmiddels grotendeels ingeburgerd, en gaf in de zomer van 2007 op Google ongeveer 650.000 treffers.
Bat Ye’or is niet alleen door haar jarenlange onderzoek maar ook door haar opvoeding in het Cairo van haar jeugdjaren uiteraard goed bekend geraakt met de formele en informele kanten van het leven als dhimmi. Een dhimmi laat zich maar al te gemakkelijk ‘culpabiliseren’, vooral wegens vermeend gebrek aan respect voor de islam en de moslims. Bat Ye’or waarschuwt nadrukkelijk voor de internalisering van de positie van dhimmi. Een jood of christen, of een ongelovige, die maar lang genoeg met de mond de superioriteit van de islam beleden heeft, gaat immers op de lange duur zichzelf als minderwaardig beschouwen.
De overstap naar de godsdienst die zichzelf als superieur beschouwt, gaat dan steeds meer voor de hand liggen want alleen die overstap lost het probleem van de eigen minderwaardigheid op. Zulke (psychologisch ongezonde) ‘minderwaardigheid’, of die nu is opgelegd of geïnternaliseerd, is in strijd met de gangbare opvattingen over mensenrechten. De discussie over dhimmitude hoort dan ook thuis bij de discussie over de universele rechten van de mens, en heeft op de keper beschouwd weinig met de islam en de moslims te maken. Wie zichzelf vernedert, doet dat zichzelf aan.
Dhimmitude is ook in Nederland een, helaas, reëel bestaand verschijnsel. Een burgemeester die na de moord op een islamcriticus thee gaat drinken in een moskee, gedraagt zich als een dhimmi. Een Nederlands bedrijf dat uit voorzorg de te koop aangeboden kleding, drank of spijs maar vast wil gaan aanpassen aan de eventuele islamitische eisen, heeft de facto voor een voortbestaan als dhimmi gekozen. Bat Ye’or kent als geen ander de gevoeligheden van dhimmitude, en ze weet als geen ander de culturele, psychologische, sociale en religieuze consequenties van dhimmitude te herkennen en aan het licht te brengen.
De term Eurabia had in de zomer van 2007 ongeveer 819.000 treffers op Google. Anders dan bij dhimmitude het geval is, heeft Bat Ye’or dit woord niet zelf bedacht. Wel heeft zij er de huidige inhoud aan gegeven. Oorspronkelijk was het de naam van een tijdschrift uit het midden van de jaren zeventig dat werd uitgegeven door het Europese Comité voor de coördinatie van vriendschapsverenigingen met de Arabische wereld, dus een organisatie ter coördinatie van verenigingen als de Nederlands-Arabische Kring. Ook is of was er in Rotterdam een vereniging van Marokkaans-Nederlandse studenten die Eurabia heette.
Het boek, of desnoods dossier, Eurabia van de hand van Bat Ye’or is een belangrijke bijdrage aan een belangrijke discussie. De materie is af en toe zo ingewikkeld en complex dat zelfs wie redelijk Frans of Engels leest, zich niet hoeft te generen om toch een Nederlandse vertaling van dit boek te raadplegen. Het is daarom goed dat van het ingewikkelde Eurabië-dossier nu een Nederlandse vertaling op de markt is. Bovendien is de strijdvaardigheid en de koersvastheid van Bat Ye’or een voorbeeld voor de zo veel meer tot capitulatie en compromis geneigde Nederlanders. Als het aan Bat Ye’or ligt, gaat het licht van de Verlichting niet uit, en blijft het lot van de dhimmi’s Nederland en Europa bespaard.
Eurabia de geheime banden tussen Europa en de Arabische wereld Bat Ye’or Uitgeverij Meulenhoff, September 2007 ISBN-10: 9029079894 ISBN-13: 9789029079891 391 pagina's (Paperback) Prijs: vergelijk.nl / beslist.nl
The Secret History of the American Left from Mussolini to the Politics of Meaning Jonah Goldberg
Het dogma dat socialisten links zijn en fascisten rechts is diep geworteld. Maar in de VS is nu een boek verschenen dat met dit idee afrekent. Arabist Daniel Pipes schreef er een boekbespreking over en hieronder vindt u de vertaling van zijn review. Voor de goede orde, in de politieke verhoudingen van Amerika is liberaal links en conservatief rechts (waarbij ze de standpunten van de VVD waarschijnlijk nog behoorlijk links zullen vinden).
Liberaal fascisme klinkt als een oxymoron dat slechts gebruikt wordt door rechtse conservatieven die er linkse liberalen mee willen beledigen. Maar in werkelijkheid is de term verzonnen door een socialistische schrijver. Dat was niemand minder dan de gerespecteerde linkse schrijver H.G. Wells. Hij introduceerde de term in 1931 toen hij zijn mede progressievellingen opriep om “liberale fascisten” en “verlichte nazi’s” te worden. Waar gebeurd!
De woorden van Wells passen in het grotere patroon van verwantschap tussen socialisme en fascisme: Mussolini was een leidende socialistische figuur, die zich tijdens de 1e wereld oorlog, afkeerde van het internationalisme ten faveure van het Italiaanse nationalisme. Hij noemde die vermenging Fascisme. Net zo goed als, Hitler de leider was van de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders partij.
Deze feiten botsen met het hedendaagse algemeen geaccepteerde wereldbeeld dat sinds eind 1930 is ontstaan. Een wereldbeeld waarin communisme extreem links is, gevolgd door socialisme, liberalisme in het midden, dan conservatisme en fascisme als extreem rechts. Maar dit politieke spectrum, zoals Johan Goldberg het beschrijft in zijn briljante, grondige en originele nieuwe boek: “Liberal Fascism: The Secret History of the American Left from Mussolini to the Politics of Meaning” (Doubleday), weerspiegeld slechts hoe Stalin het woord fascist gebruikt als scheldwoord voor alles en iedereen die hij wilde beschadigen: Trotsky, Churchill, boeren, etc. Daarmee wordt het begrip fascist dus versluierd en ontdaan van zijn werkelijke betekenis. Reeds in 1946, beschreef George Orwell al dat de betekenis van het woord fascisme gedegenereerd was tot: “iets dat niet gewenst was”.
Om Fascisme in zijn gehele vorm te begrijpen moeten we dus de misrepresentatie van Stalin opzij schuiven en verder kijken dan de Holocaust. We moeten terug naar wat Goldberg het “fascistische moment” noemt. Dit is rond 1910 – 1935. Een statische ideologie als Fascisme gebruikt politiek als een gereedschap om de samenleving van losse individuen om te vormen tot een organisch geheel. Dat doet het door de staat boven het individu te verheffen, met gedegen kennis over democratie, door het afdwingen van consensus in het debat en met een voorkeur voor socialisme over kapitalisme. Het is totalitair in Mussolini’s oorspronkelijke betekenis van de term: “Alles voor de Staat, niets buiten de Staat, niets tegen de Staat”. De fascistische boodschap komt neer op “Genoeg geouwehoerd, meer aktie!”. Dat is dan ook de blijvende aantrekkingskracht: het krijgt dingen gedaan.
Het contrast met het conservatisme is dat deze staat voor beperkte overheid, individualisme, democratisch debat en kapitalisme. Een aantrekkingskracht gebaseerd op vrijheid en de burgers met rust laten.
Goldberg’s verdienste is dat hij het verwantschap aantoont tussen communisme, fascisme en liberalisme. Allemaal zijn ze afgeleid van dezelfde traditie die terug gaat tot aan de Jacobijnen van de Franse Revolutie. Zijn aangepaste politieke spectrum richt zich dan ook op de rol van de staat en gaat van libertarisme via conservatisme tot fascisme in zijn vele verschijningsvormen zowel Amerikaanse, Italiaanse, Russische, Chinese, Cubaanse enz.
Zoals deze lijst al aangeeft, is fascisme flexibel; verschillende vormen verschillen in hun details maar delen samen “emotionele en instinctmatige impulsen”. Mussolini paste de socialistische agenda aan door de staat te benadrukken, Lenin maakte de arbeiders zijn stoottroepen en Hitler voegde ras toe. De Duitse versie was militaristisch, maar de Amerikaanse (die Goldberg liberale fascisme noemt) is bijna pacifistisch. Goldberg citeert historicus Richard Pipes [vader van Daniel Pipes] op dit punt: “Bolsjewisme en Fascisme zijn dwalingen van de socialistische leer”. Hij onderbouwd deze verbinding op twee manieren.
Ten eerste, geeft hij ons een “geheime geschiedenis van links Amerika”:
Woodrow Wilson’s progressieve programma was “militaristisch, fanatiek nationalistisch, imperieel en racistisch” en was mogelijk gemaakt door de noodtoestand van de 1e wereldoorlog.
Franklin D. Roosevelt’s fascistische “New Deal” was een voortzetting en uitbreiding van Wilson’s beleid.
Lydon B. Johnson’s “Great Society” was de grondlegger van de moderne verzorgingstaat, de ultieme vervulling (tot dan toe) van deze statische traditie.
De jeugdige “New Left” revolutionairen van de jaren zestig brachten een Amerikaans sausje over het idee van “oud Europa”.
Hillary Clinton hoopt de staat diep te wortelen in het Amerikaanse familie leven, een essentiële stap in het totalitaire project.
Om meer dan bijna een eeuw Amerikaanse politieke geschiedenis samen te vatten: het Amerikaanse politieke systeem stimuleerde traditioneel het streven naar geluk, maar “meer en meer van ons willen dat niet meer najagen maar het geleverd zien worden”.
Ten tweede, ontleed Goldberg het Amerikaanse liberale programma: ras, economie, milieu, zelfs de “cult van het organische”. Hij laat zien hoe deze zeer verwant is met de programma’s van Mussolini en Hitler.
Als deze samenvatting U erg onwaarschijnlijk voorkomt, stel ik voor dat U het gehele boek “Liberal Fascism” zelf leest. Het staat vol kleurrijke citaten en overtuigende documentatie. Van de auteur, die vooral bekend is om zijn sterke columns, kan nu echter worden gezegd dat hij tevens een politiek denker van belang is.
Behalve een radicaal andere kijk te geven op wat moderne politiek is, één waarin “fascist” niet een groter scheldwoord is dan “socialist”, biedt het buitengewone boek van Goldberg een berg feiten om tegen hun links liberale kwelgeesten te gebruiken. Als liberalen tot in de eeuwigheid Joseph McCarty er bij kunnen halen, dan kunnen conservatieven nu antwoorden met Benito Mussolini.
Kortom, ook voor Nederlandse verhoudingen een interessant boek.
Liberal Fascism The Secret History of the American Left, From Mussolini to the Politics of Meaning Jonah Goldberg Doubleday, Jan 2008 ISBN-13: 9780385511841 ISBN-10: 0385511841 496 pagina's Prijs: amazon.com / fetchbook.info / vergelijk.nl
Anderen over dit boek "'It is my argument that American liberalism is a totalitarian political religion,' Jonah Goldberg writes near the beginning of Liberal Fascism. My first reaction was that he is engaging in partisan hyperbole. That turned out to be wrong. Liberal Fascism is nothing less than a portrait of twentieth-century political history as seen through a new prism. It will affect the way I think about that history -- and about the trajectory of today's politics -- forever after." -- Charles Murray
"Liberal Fascism will enrage many people on the left, but Jonah Goldberg's startling thesis deserves serious attention. Going back to the eugenics movement there has been a strain of elitist moral certainty that allows one group of people to believe they have the right to determine the lives of others. We have replaced the divine right of kings with the divine right of self-righteous groups. Goldberg will lead you to new understanding and force you to think deeply." --Newt Gingrich
"Jonah Goldberg argues that liberals today have doctrinal and emotional roots in twentieth century European fascism. Many people will be shocked just by the thought that long-discredited fascism could mutate into the spirit of another age. It's always exhilarating when someone takes on received opinion, but this is not a work of pamphleteering. Goldberg's insight, supported by a great deal of learning, happens to be right." -- David Pryce-Jones
"Jonah Goldberg brilliantly traces the intellectual roots of fascism to their surprising source, showing not only that its motivating ideas derive from the left but that the liberal fascist impulse is alive and well among contemporary progressives-and is even a temptation for compassionate conservatives." -- Ronald Bailey (Reason magazine)
Jami Ehsan is het PvdA raadslid uit Leidschendam die het Comité voor ex-moslims in Nederland heeft opgericht. Dit is het pamflet waarmee het comité op 9/11 is gepresenteerd. Het korte boekje kent wel twee inleidingen en de eerste start prachtig:
“Laten we even aannemen dat Nederland driehonderd tennisclubs heeft. En stel dat een van die tennisclubs de regel invoert dat de leden niet langer mogen opzeggen. Ook wordt bepaald dat kinderen van leden automatisch lid voor het leven zijn, en hun kinderen, en hun kinderen… enzovoort. En dat er zeer zware straffen staan op het verlaten van de tennisclub of het beoefenen van andere sporten dan tennis. En kijk dan eens over 1400 jaar welke tennisclub van Nederland de grootste is! Sterker nog: deze doortastende vereniging zou een van de grootste tennisclubs ter wereld zijn, met vele miljoenen leden van wie velen nauwelijks zullen weten wat een tennisbal is. Op deze manier is de islam, 1400 jaar geleden gesticht” (P. 11)
Deze eerste inleiding is geschreven door journalist en schrijver Michiel Hegener. Hegener bracht Jami op het idee om het Comité voor ex-moslims te starten.
“Tot slot dit: veel mensen vragen zich af of alle ophef rond het verbod op afvalligheid terecht is. Dat standpunt kom je vaak tegen bij degene die religie zien als cultuur en die alle verwijzingen naar het transcendente afdoen als flauwekul. God bestaat niet, na de dood is er niets, religie is onzin en waarom moeten we ons sterk maken voor vrijheid van onzin? Het antwoord is simpel: vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing is niet alleen de vrijheid om een geloofsrichting te kiezen, om zelf te bepalen wat je wel en niet gelooft. Het is ook de vrijheid om zelf te bepalen hoe belangrijk geloof voor je is. Wie religie afdoet als onzin spreekt voor zich zelf – net als iedereen die religie wel belangrijk vindt.” (P.19)
De tweede inleiding is van de hand van Afshin Ellian, die net als Jami geboren is in Iran. Hij beschrijft aan de hand van Koran citaten en de Hadith dat alle vijf de orthodoxe islamitische scholen op uittreding de doodstraf hebben staan. Ook noemt hij de bekende en beruchte Arabist Maurits Berger corrupt (in "Islam is een sinaasappel" kan je trouwens lezen hoe deze zich bijna bekeerde tot de islam):
“Stelt u zich voor dat op een dag de moslims worden geëmancipeerd van de tirannie van de sjaria, wat moet Berger dan van de rest van zijn leven maken? Sjaria is niet alleen een winstgevende business voor moslimfundamentalisten, maar blijkbaar ook voor postmoderne islamologen.” (P.25)
Dan start het boekje met een autobiografische beschrijving van Jamie. Waarin hij zijn jeugd in Iran beschrijft. Daar wordt hem met het nodige geweld de koran geleerd en leert hij dat joden varkens zijn en christen honden. Maar op 9 jarige leeftijd komt hij al naar Nederland en vindt zijn Nederlandse basisschool een verademing. Op de middelbare school komt hij meer in contact met mede allochtonen. Hij krijgt er een islamitische vriendenkring, waarin velen dromen van de sharia en een enorme hekel aan joden hebben. Jami was te verlegen om meisjes te versieren maar de andere jongens gebruiken de Nederlandse meisjes voor de sex, een praktijk die door een deel van hen later wordt voortgezet als loverboy / pooier. De vrienden vierden op 11 september feest en ook Jami was blij met de aanslag. Net als bij zovelen was dit aanleiding om zich wat meer in het geloof van de Islam te verdiepen en hij begint de Koran, de hadith en de soenna te bestuderen.
“Zo kwam ik er achter dat veel negatiefs dat over de islam werd beweerd, gewoon in de heilige boeken was terug te vinden” (P.40)
Rond die tijd kwam ook Pim Fortuyn op. Jami kon toen niet anders dan beamen dat deze gelijk had toen hij de Islam achterlijk noemde. Als hij daarna, voor de eerste keer sinds zijn vertrek uit Iran, weer komt in Iran, dan ziet hij hoe achterlijkheid de islamitische praktijken daar zijn. Daarna spreekt hij zich steeds duidelijker uit tegen deze achterlijke praktijken. Hij ontmoet op zijn school wel Islamitische medestanders, maar die steunen hem alleen maar heimelijk. In het openbaar durven ze niets te zeggen.
In 2005 komt Jamie als “sociaal liberaal” bij de PvdA, een partij die hij de emancipatie partij noemt. Nog geen jaar later, in het voorjaar van 2006 wordt hij gekozen als PvdA raadslid te Leidschendam- Voorburg.
Als het IJselstijnse PvdA raadslid Najia Siamarim in de krant schrijft dat ze wil “toezien op een zorgvuldige naleving van het Islamitische strafrecht in Islamitische landen” moet hij reageren. Hij schrijft een reactie naar de krant, waarin hij schrijft dat hij een afvallige is en dat hij volgens zijn partijgenoot dus geëxecuteerd zou mogen worden. Naar aanleiding van dit schrijven wordt hij uitgenodigd voor het programma Schepper en Co. Tijdens de opname van dit programma ontmoet hij Michiel Hegener die hem aanmoedigt om, net als in andere Europese landen, een comité van ex-moslims op te richten. Als Jami zijn comité voor ex-moslims opricht, zorgt Hegener voor een steun comité dat direct gesteund wordt door Afshin Ellian en Paul Cliteur.
Dan vervolgt het boekje met een beschrijving van de tien punten die de Europese beweging van ex-Moslims hebben opgesteld. Bij elk punt lezen we Jami zijn zienswijze en lezen we overtuigende argumenten:
“Wanneer we pal staan voor onze rechtsstaat waar het antidemocratische eisen van extreemrechts of –links betreft, moeten we dat evengoed doen waar het de eisen van geloofsgroepen betreft. Moslims mogen in deze geen uitzonderingspositie krijgen” (P.60)
Maar soms ook wat minder overtuigende stukjes:
“Ouders moeten zich niet op een religieuze moraal baseren maar op hun gezond verstand en normen en waarden van dit land” (P. 82/83)
Je kan immers van ouders toch niet anders verwachten dat ze hun eigen normen en waarden gebruiken om hun kinderen op te voeden? Maar over het algemeen lijken de ideeën beschreven in dit tweede hoofdstukje toch beter doordacht dan blijkt uit het bovenstaande citaat. Zoals bijvoorbeeld het idee om een hiaat in het strafrecht te dichten. Daar hebben zogenaamde daadkrachtige ministers, zoals bijvoorbeeld Rita Verdonk, nooit werk van gemaakt:
“Haatprediking in moskeeën moet worden aangepakt. Wat we nu zien, is dat opruiende imams zich verschuilen achter Allah. Omdat ze weten dat het rechtstreeks uiten van een bedreiging juridische kan worden aangepakt, roepen ze Allah op hun werk te doen. ‘Allah, vervloek die en die’; ‘Allah, laat dat kankergezwel verdwijnen.’ Hier is op dit moment nog niets tegen te beginnen, terwijl er wel degelijk sprake is van bedreiging. Toehoorders zullen Allah namelijk graag een handje helpen, en de betreffende imams weten dat. Het is dan ook hard nodig om deze leemte in ons strafrecht op te vullen, zodat de toekomst bedreiging en intimidatie ‘over de rug van Allah’ niet langer mogelijk is.” (P. 86)
De besproken punten in dit tweede hoofdstuk worden ook telkens afgesloten met een persoonlijk verhaal van een afvallige moslim, en dat zijn vaak ontroerende schrijnende stukjes. Het boekje geeft ook een aantal links naar websites met soortgelijke verhalen:
In het derde en laatste hoofdstuk bespreekt en bekritiseert hij de huidige koers van de PvdA. Zo heeft zijn partij in 2005 weliswaar het recht op geloofsafval in haar beginsel programma opgenomen, maar is dit volgens Jami toch vooral een lippen dienst geweest. Tot nu toe hebben PvdA bestuurders op dit punt niets ondernomen. Hij bespreekt de koers van de PvdA naar aanleiding van punten uit het in 2004 door Schelto Patijn geschreven rapport “Integratie en immigratie: aan het werk”. Jamie komt dan tot harde conclusies over zijn eigen partij.
“Kortom de visie van de PvdA op intergratie en emancipatie bestaat enerzijds uit slappe stellingen waarvan in de praktijk nauwelijks enig heilzaam effect kan worden verwacht, en anderzijds uit goede ideeën waaraan onvoldoende uitvoering wordt gegeven.” (P. 101)
Het is dus nog maar de vraag of het ooit goed zal gaan komen tussen Wouter en Jami:
“Wil de PvdA ooit een doortastende integratiepolitiek voeren, dan zal zij moeten regeren op basis van principes. De onberedeneerde angsten van de allochtone en traditionele linkse achterban zal men links moeten laten liggen. Zo kan de PvdA weer een brede volkspartij worden in plaats van een Partij voor de Allochtonen of van Allah.” (P 102)
In ieder geval heeft Jami grootse plannen met het comité van ex-moslims. Zo kondigt hij brochures en TV spotjes aan. Ook zou hij graag zien dat er naast een contact orgaan moslims en overheid ook een contact orgaan ex-moslims en overheid komt. Optimistisch is hij ook, want in tijden dat homo’s weer de kast in moeten streeft hij er naar dat binnen drie jaar geloofsafval binnen de Nederlandse islam gemeenschap geen enkel probleem meer is.
Al met al, is het dunne boekje van Ehsan Jami een leuk vlot te lezen boekje vol met interessante wetenswaardigheden. Een aanrader.
Besproken boek
Het recht om ex-moslim te zijn Ehsan Jami Ten Have, September 2007 ISBN 9025958362 / 9789025958367 144 pagina's Prijs: vergelijk.nl / beslist.nl
Onlangs heeft tweedekamer lid Geert Wilders in het parlement een boekbespreking gehouden over de Koran. Deze bespreking wil ik u niet onthouden:
Om te beginnen mijn oprechte dank aan u persoonlijk omdat u op mijn verjaardag vandaag een debat over de islam heeft gepland. Een mooier cadeau had ik mij niet kunnen wensen! Voorzitter, ongeveer 1.400 jaar geleden is ons de oorlog verklaard. Door een ideologie van haat en geweld die toen ontstond en werd verkondigd door een barbaar die zichzelf Profeet Mohammed noemde. Ik heb het over de islam.
Voorzitter, laat ik beginnen met het fundament van de islam, de Koran. De plicht voor alle moslims om strijd te leveren tegen niet-moslims, vormt het kernthema van de Koran, de islamitische Mein Kampf, en met strijd wordt bedoeld: oorlog, jihad. De Koran is vooral een krijgsboek - waarin opgeroepen wordt niet-moslims af te slachten (2:191, 3:141, 4:91, 5:33), te braden (4:56, 69:30-69:32) en om bloedbaden onder hen aan te richten (47:4). Joden worden vergeleken met apen en zwijnen (2:65, 5:60, 7:166). Mensen die geloven dat Jezus Christus de zoon van God is, moeten volgens de Koran bestreden worden (9:30). Voorzitter, het Westen kent geen problemen met het joden- en christendom, maar wel met de islam. Moslims kunnen de teksten in de Koran, die eeuwig gelden voor alle moslims, ook vandaag de dag nog beschouwen als een license to kill. En dat gebeurt ook. De inhoud van de Koran is zo geformuleerd dat de bevelen gericht zijn aan moslims van alle tijden, dus ook aan moslims van nu. In tegenstelling tot de teksten in de Bijbel, die juist zijn geformuleerd als historische verhalen waarbij de gebeurtenissen in een ver verleden zijn geplaatst. Het waren dan ook moslims, en geen joden of christenen, die de catastrofale terroristische aanslagen in New York, Madrid en Londen pleegden en niet voor niets werd Theo van Gogh door de moslim Mohammed Bouyeri op beestachtige wijze afgeslacht.
Voorzitter, er zijn zeker gematigde mensen die zichzelf moslim noemen en onze wetten respecteren. De Partij voor de Vrijheid heeft natuurlijk niets tegen hen, maar de Koran heeft dat wel. De Koran zegt namelijk in Soera 2, vers 85 dat gelovigen die een deel van de Koran niet geloven, vernederd zullen worden en de hevigste bestraffing zullen krijgen; met andere woorden zullen braden in het Hellevuur. Dus mensen die zeggen dat ze moslim zijn, maar bijvoorbeeld niet in Soera 9, vers 30 geloven, dat zegt dat joden en christenen bestreden moeten worden of niet in Soera 5, vers 38 geloven, dat zegt dat de hand van een dief moet worden afgehakt, die mensen zullen worden vernederd en gebraden. Dat verzin ik niet, maar dat zegt de Koran. Volgens de Koran zijn moslims die slechts een deel van de Koran geloven in feite afvalligen en we weten wat er volgens de Koran met afvalligen moet gebeuren. Zij moeten worden gedood.
Voorzitter, de Koran is een opruiend boek en het verspreiden van een opruiend geschrift is op grond van artikel 132 van ons Wetboek van Strafrecht verboden. Daarnaast zet de Koran aan tot haat en roept het op tot moord en doodslag; verspreiding van dergelijke teksten is door artikel 137e strafbaar gesteld. De Koran is levensgevaarlijk en volledig in strijd met onze rechtsorde en democratische rechtsstaat. Ter verdediging en versterking van onze rechtsstaat en beschaving is het dan ook bittere noodzaak, de Koran te verbieden, en ik zal daartoe in tweede termijn een motie indienen.
Voorzitter, er bestaat geen gematigde islam. Zoals de Turkse premier Erdogan onlangs letterlijk zei: "There is no moderate or immoderate islam. Islam is islam and that's it". De islam is uit op dominantie. De islam wil haar imperialistische agenda met geweld wereldwijd afdwingen (8:39). En dat blijkt ook uit de Europese geschiedenis. Gelukkig werd de eerste islamitische invasie van Europa in 732 bij Poitiers gestuit en werd de tweede in 1683 bij Wenen gestopt. Voorzitter, laten we er voor zorgen dat ook de derde islamitische invasie, die nu volop gaande is, tot stilstand wordt gebracht. Nu sluipend en in tegenstelling tot de 8e en 17e eeuw zonder islamitisch leger omdat de bange dhimmi's in het Westen zoals ook de Nederlandse politiek, de deur voor de islam en moslims wagenwijd openzet.
Naast verovering, voorzitter, is de islam ook uit op het installeren van een totaal andere maatschappelijke orde en rechtssysteem, de Sharia. Daarmee is de islam behalve een religie voor honderden miljoenen moslims vooral ook een politieke ideologie (politiek/rechtsstaat/islamitische normen en waarden etc). De islam is een ideologie die geen respect heeft voor anderen, niet voor christenen, niet voor joden, niet voor ongelovigen en niet voor afvalligen. De islam wil overheersen, onderwerpen, doden en oorlog voeren.
Voorzitter, de toenemende islamisering moet worden gestopt. De islam is het paard van Troje in Europa. Als we de islamisering niet stoppen zijn Eurabië en Nederabië slechts een kwestie van tijd. Een eeuw geleden woonden er in Nederland ongeveer 50 moslims. Maar vandaag de dag wonen er zo'n 1 miljoen moslims in ons land. Waar gaat dat heen? We stevenen af op het einde van de Europese en Nederlandse samenleving zoals we die nu nog kennen. Maar de minister-president antwoordde deze week doodleuk op mijn kamervragen dat er van islamisering van ons land geen sprake is. Een nu al historische vergissing. Heel veel Nederlanders, meneer de minister-president, zien de islamisering van Nederland echter elke dag, en heel veel mensen hebben genoeg van boerka's, van hoofddoekjes, van het ritueel slachten van dieren, van eerwraak, van schallende minaretten en krijsende imams, van vrouwenbesnijdenis, van maagdenvlieshersteloperaties, van de mishandeling van homo's, van het Turks e! n Arabisch in de bus en trein en op de folders in het gemeentehuis, van halalvlees bij Albert Heijn en El Hema, van shariatestamenten, van de shariahypotheken van Wouter Bos en van de enorme oververtegenwoordiging van moslims in de misdaad, zoals de Marokkaanse straatterroristen.
Maar, voorzitter, er is hoop. Gelukkig. De meerderheid van de Nederlanders is inmiddels namelijk doordrongen van het gevaar en ziet de islam als een bedreiging voor onze cultuur. De PVV neemt die mensen wel serieus en neemt het voor hen op.
Veel Nederlanders zijn het spuugzat en hunkeren naar actie. Maar de Haagse politiek doet helemaal niets, tegengehouden door angst, politieke correctheid of simpelweg electorale motieven: bang om moslimkiezers kwijt te raken zoals overduidelijk bij de PvdA het geval is. De minister-president zei in Indonesië dat de islam geen gevaar is. Minister Donner vindt dat de sharia rustig in Nederland ingevoerd kan worden als de meerderheid dat wil. Minister Vogelaar kwekt dat Nederland in de toekomst een joods-christelijk-islamitische traditie zal kennen en dat ze de islam wil helpen wortelen in de Nederlandse samenleving. Deze Minister toont daarmee aan dat ze knettergek is geworden. Zij pleegt verraad aan de Nederlandse cultuur en beledigt de Nederlandse bevolking. Voorzitter, de Partij voor de Vrijheid eist dat minister Vogelaar haar woorden terugneemt. Als de minister dat niet doet dan zal de fractie van de Partij voor de Vrijheid het vertrouwen in haar opzeggen. Nederland ma! g nooit een islamitische traditie kennen, nu niet en ook niet over een paar eeuwen.
Voorzitter, dan kort de reactie van het kabinet op het WRR-rapport. Op pagina 12 van haar reactie meldt het kabinet dat de islam niet strijdig is met de democratie en mensenrechten. Veel gekker kan het toch niet worden.
Voorzitter. Het is een paar minuten voor twaalf. Als we zo doorgaan zal de islam het einde betekenen van onze Westerse beschaving en Nederlandse cultuur.
Ik zou mijn bijdrage in eerste termijn willen eindigen met een persoonlijk beroep op de minister-president namens heel veel Nederlanders: stop de islamisering van Nederland!
Er rust een historische taak op uw schouders meneer Balkenende. Wees moedig, en doe waar veel Nederlanders om schreeuwen, doe wat Nederland nodig heeft. Stop de immigratie uit moslimlanden, sta geen enkele nieuwe moskee meer toe, sluit alle islamitische scholen, verbied de boerka en de Koran. Zet criminele moslims zoals die Marokaanse straatterroristen waar de mensen in het land gek van worden, het land uit. Neem uw verantwoordelijkheid! Stop de islamisering!
Genoeg is genoeg meneer Balkenende. Genoeg is genoeg.
Op de leestafel zullen regelmatig boek impressies worden gepubliceerd van zowel Nederlands als Engelstalige non-fictie boeken. Aangezien er jaarlijks een enorme hoeveelheid boeken wordt uitgegeven is het altijd moeilijk om daar de relevante en interessante boeken tussenuit te vissen. Met deze leestafel hoop ik dan ook andere aan goede boeken ideeën te helpen. – Ferdinand